Het bepalen van de hoeveelheid restolie (koolwaterstoffen) in perslucht is een belangrijke onderdeel van ISO 8573-1:2010 en voorwaarde om te voldoen aan de kwaliteitsnorm van de onderliggende ISO8573-5:2001. Adsensys verhuurt nu ook complete set voor perslucht bemonsteren om bij wijze van steekproef of nulmeting, de kwaliteit van perslucht te laten onderzoeken in een onafhankelijk laboratorium.
De afzonderlijke stappen van de monstername worden in detail uitgelegd in een meegeleverde Engelstalige handleiding die wordt meegeleverd met elk monsternamesetje. Alle benodigde onderdelen voor een nauwkeurige en betrouwbare meting zijn inbegrepen in de huurprijs van de monsternameset: de speciaal ontwikkelde drukvaste buishouder, een testbuisje, alle fittingen en leidingen, een instrument voor het meten van de omgevingscondities en zelfs handschoenen en een veiligheidsbril.
Na het aansluiten van alle onderdelen op het persluchtnet laat men een vooraf gedefinieerde hoeveelheid lucht door het testbuisje stromen. De aanwezige koolwaterstoffen worden cumulerend vastgehouden in het absorptiemateriaal in het monsterbuisje. Met de bijgevoegde retourenvelop, wordt het monster teruggestuurd en vervolgens onderzocht door een geaccrediteerd Duits laboratorium. Daar wordt via een nieuw ontwikkelde Gaschromatische-FID meetmethode analoog bepaald en vastgelegd hoeveel koolwaterstoffen bestaande uit 6 tot 40 koolstofatomen zich in het monster bevinden.
Werking van de monsternamebuisjes
In een goed gekozen en onderhouden persluchtstation is het koolwaterstofgehalte relatief laag. Daarom moet de hoeveelheid restolie die wordt verzameld voldoende zijn om dit door gaschromatograaf (GC) te kunnen analyseren. Hieraan wordt voldaan door een groter volume perslucht het met kool gevulde monsterbuisje te laten doorstromen.
De testbuisjes bevatten een zogenaamde “sorbent” dat met een vooraf bepaalde en specifiek gemeten volume perslucht moeten worden doorstroomd. Tijdens de doorstroming absorbeert de Sorbent de koolwaterstoffen uit de luchtstroom en slaat deze op in de poriën. De hoeveelheid opgenomen koolwaterstoffen in het sorbent verrijkt zich en neemt over de tijd toe.
Aan de hand van het volumedebiet en de lengte van de monstername kan de benodigde molaire concentratie koolwaterstoffen in het Sorbent worden bepaald.
Als er voldoende koolwaterstoffen in het testbuisje zijn verzameld, wordt de monstername beëindigd. Het buisje wordt opgestuurd en in het laboratorium geopend en geëxtraheerd met een oplosmiddel. Door middel van gaschromatografie wordt de hoeveelheid koolwaterstof in het oplosmiddel kwantitatief geanalyseerd.
Achtergrondinformatie bij restolie monsteranalyse
De laboratorium analyse voldoet aan de ISO 8573-5: 2001 voor het bepalen van de hoeveelheid oliedamp in perslucht. Sinds 2001 wordt het analyseren van koolwaterstoffen t.b.v. persluchtkwaliteit in een laboratorium uitgevoerd met een gaschromatograaf volgens DIN ISO 9377- 2 (H53). Deze norm is de opvolger van DIN 38409 H18 die uitging van een IR spectroscopie methode.
Aan het monster worden bekende koolwaterstoffen met bepaalde ketenlengtes (bijv. C10 of C40) toegevoegd. Deze dienen als markeerders waarbij het gehele gebeid tussen deze markeerders in het uiteindelijke analyse rapport worden geïntegreerd.
De steekpoef wordt uitgevoerd met een door ons aan u toegezonden monstername set inclusief een testbuisje. Voor iedere nieuwe steekproef of ander meetpunt dient u een nieuw setje te bestellen. Door het lezen en volgen van de procedure zoals beschreven in meegeleverde (Engelstalige) handleiding, kunt u de bemonstering van uw persluchtinstallatie zelf uitvoeren. Nadat u de set inclusief de reageerbuis en de genoteerde procesdata aan ons heeft toegestuurd, volgt de analyse van het (de) monster(s) waarna u een testrapport van ons krijgt aangeleverd.
Normen
De volgende normen op het gebied van het analyseren van koolwaterstoffen zijn relevant bij de bepaling van de hoeveelheid restoliedamp:
ISO 8573-1: 2010 perslucht – contaminanten en reinheidsklassen
ISO 8573-5: 2001 bepaling van oliedampen en de gehalte aan organische oplosmiddelen
Hoe werkt het in praktijk?
De klant ontvangt het volledige monsternamesetje. Het afnemen van de perslucht vindt volgens de bijgeleverde instructies plaats via een schone persluchtkoppeling of een olievrije kogelkraan. Bij analyse van de aanzuigcondities van een compressor kan het luchtmonster via een membraanpomp direct uit de atmosfeer worden genomen. Bij een aerosolmeting moet de bemonstering genomen worden via een isokinetische monstername opstelling. De te bemeten lucht wordt bemonsterd in het geïntegreerde testbuisje.
De monsternametijd is volgens DIN afhankelijk van de kwaliteit van perslucht (conditionering) en bedraagt afhankelijk van de kwaliteitsklasse enkele uren tot een week. (exact instructies vindt u in de meegeleverde handleiding). Vervolgens wordt de set met het testbuisje retour gestuurd en geanalyseerd en geëvalueerd in het laboratorium.
Hoe ziet de evaluatie eruit?
U krijgt een volledige analyse met behulp van een gaschromatograaf (voor H53 methode). In het evaluatierapport is de traceerbaarheid van de testresultaten evenals de gebruikte gecertificeerde testapparatuur volledig gedocumenteerd. Bovendien ontvangt u het gaschromatogram gemaakt van het geanalyseerde monster evenals een exacte beoordeling van het aantal gedetecteerde koolwaterstoffen in mg/m3 en een duidelijke klasseindeling van de bemeten perslucht conform ISO-8573.
Geavanceerde analyse met behulp van massaspectrometrie
Massaspectrometrie, vooral in combinatie met gaschromatografie, is één van de meest flexibele en krachtige analyse technieken voor identificeren en kwantificeren van organische (koolwater)stoffen. Het wordt gekenmerkt door de hoogste gevoeligheid in combinatie met een hoge specificiteit en maakt het mogelijk om zelfs de laagste concentratie stoffen in biologisch materiaal te bepalen.