Verschildruk sensoren en transmitters zijn betrouwbaar en kosten efficiënt om het hydrostatische niveau van vloeistoffen te meten, zoals bijvoorbeeld water of brandstoffen in een lucht geventileerde of gesloten tank.

Voor een geventileerde tank dient de verschildruk sensor aan de onderzijde van de tank te worden gepositioneerd. Indien gebruik wordt gemaakt voor een naar atmosfeer geventileerde sensor (een zogeheten Gauge transmitter) kan de sensor worden gemonteerd op de afvoer van de tank via een flens of direct op de leiding. Gauge druktransmitters hebben het voordeel continue te compenseren voor de omgevingsdruk, hiermee ontstaat een lineair uitgangssignaal van bijvoorbeeld 4..20mA ten opzichte van geen druk (een lege tank) tot maximale druk (volle tank). Het vloeistof niveau kan worden gemonitoord door gebruik te maken van de vloeistof dichtheid en de hoogte van de tank. De werkelijke vorm van de tank is enkel nodig indien het signaal van de druktransmitter wordt gebruikt om ook het absolute volume te berekenen van de tankinhoud.

Voorbeeld:

Dichtheid van water bij 4°C = 1
Hoogte van de tank = 35 feet = 420 inches
27.68 inch waterkolom = 1 PSI
(420 inch / 27,68 inch waterkolom) x dichtheid van 1 = 15.17 PSI

Hier wordt de hoogte van de tank omgezet in een direct proportioneel meetsignaal. Aangezien de druk de hoogte van de tank niet kan overschrijden met inachtneming van de dichtheid van de vloeistof, kan de gebruiker de maximale hoeveelheid signaal van de druktransmitter verdelen over de hoogte van de tank.

Verschildruk sensoren.

Het enige verschil bij het toepassen van verschildruk sensoren ten opzichte van Gauge druk transmitters in een gelijke set-up is dat de verschildruk sensoren via de tweede druk proces aansluiting de omgevings druk meten en hiermee compenseren voor de heersende barometrische druk en een Gauge sensor hiervoor compenseert via een kanaal in de kabel of de connector. Het ventilatie kanaal van een Gauge druk transmitter dient ten alle tijden vrij te worden gehouden van vervuiling en vocht. indien het ventilatie kanaal wordt geblokkeerd vervalt de barometrische druk compensatie en zal er een afwijking in het meetresultaat ontstaan. Omdat verschildruk sensoren een normale proces aansluiting gebruiken om voor de barometrische druk te compenseren is de kans op vervuiling of vocht zodanig dat de meting wordt beïnvloed nihil.

Gesloten tanks zoals LNG opslag tanks moeten volledig van de atmosfeer zijn afgesloten. In deze toepassing worden drukverschil sensoren gebruikt om het drukverschil te meten tussen de onderzijde en de bovenzijde van de tank. De verschildruk sensoren zijn dan in staat door middel van de druk het niveau van de tank om te rekenen en nauwkeurig te bepalen.

P1 van de verschildruk sensor wordt aangesloten op de onderzijde van de tank, een buis of leiding wordt bevestigd tussen de bovenzijde van de tank en P2 van de verschildruk sensor. Indien de tank volledig is gevuld zal het signaal van de verschildruk sensor zijn maximale waarde uit sturen. Zodra het niveau van de tank daalt zal de druk op P2 toenemen en de verschildruk ten opzichte van P1 zal afnemen waarmee het meetsignaal proportioneel afneemt en het niveau kan worden berekend.

Gerelateerde berichten